zaterdag 26 april 2014

Sociale zelfzorg, lichaam & Budō deel 1

Mijn filosofie verandert! Er zit evolutie in mijn zoektocht naar de juiste manier van leven. Aan de hand van een driedelige reeks wil ik toelichten wat krijgskunst (Budō) ons kan leren over die zoektocht.

Hoewel het basisidee van mijn filosofie altijd hetzelfde is gebleven, slaag ik er meer en meer in mijn vinger op de nuances te leggen. Zo legde ik in een recent bericht uit dat zelfzorg en vriendelijkheid van groot belang zijn. In die lijn wil ik verdergaan. 

Onlangs ben ik tot het besef gekomen dat mijn manier van leven in feite een ingebedde zelfzorg is. Ingebed in een sociaal weefsel, of eenvoudiger gesteld: vrienden, familie, collega's, gemeenschap.

Het is niet alleen onvermijdelijk dat je met anderen zal moeten omgaan, maar zelfs aan te raden! Niet alleen is het samen makkelijker om zaken gedaan te krijgen, waardoor je een soort wederkerigheid krijgt, maar ook is het een belangrijk stuk van ons natuurlijk verlangen: we willen tot een groep horen, relaties aangaan, vriendschappen sluiten, samenwerken, en liefst aan een groter, gezamenlijk doel. Wanneer dat aspect ontbreekt of te zwak is, voelen we ons eenzaam, zwaarmoedig of zelfs leeg. 

Dit alles om maar te zeggen dat mijn filosofie niet alleen een manier van leven is, maar ook een manier van samenleven, met anderen omgaan.
En een groot deel van mijn methode van positief denken is gericht op het opheffen van sociale barrières zoals een laag zelfbeeld en een te sterk wantrouwen of ongeloof in anderen.

Voor jezelf zorgen is deelhebben aan, gebruik maken van en rekening houden met een sociaal gebeuren bij het nastreven van je doelen en verlangens, zeg maar: sociaal zijn.

Krijgskunst en vooral het beoefenen daarvan kan enorm bijdragen aan dat sociale aspect, zoals zal blijken uit het laatste deel.
Morgen gaat het over de lichamelijkheid van een manier van leven.

Geen opmerkingen: